Nieuwe regeling voorwaardelijke invrijheidstelling op komst

Gedetineerden en strafrechtadvocaten wachten gespannen af, want komende tijd is de verwachting dat de huidige regeling omtrent voorwaardelijke invrijheidstelling (afgekort: VI) toch echt aangepast zal gaan worden. Hoewel het wetsvoorstel nog niet definitief is aangenomen, is het al met een hele grote meerderheid door de Tweede Kamer heen. Het is nu alleen nog aan de Eerste Kamer om ermee in te stemmen. De verwachting is dat dit ook zal gebeuren.

De gevolgen voor gedetineerden zullen groot zijn. In de huidige regeling is het zo, dat veroordeelden tot meer dan één jaar gevangenisstraf, voorwaardelijk in vrijheid worden gesteld wanneer zij twee derde van hun totale gevangenisstraf hebben uitgezeten. Met het huidig wetsvoorstel zal dit in aanzienlijke mate aangepast gaan worden.

De belangrijkste aanpassingen op een rijtje:

  • VI wordt niet langer van rechtswege verleend, maar alleen wanneer iemand zich ‘bijzonder geschikt’ toont voor terugkeer naar de maatschappij. Dat zal beoordeeld worden o.g.v. risico’s, inzet tijdens detentie, belang van de samenleving, alsmede eventuele belangen van slachtoffers;
  • het openbaar ministerie neemt de beslissing of iemand VI verleend krijgt;
  • VI is gemaximeerd op twee jaar. Ook bij straffen langer dan zes jaar, kan iemand dus maximaal twee jaar VI verleend krijgen;
  • een penitentiair programma (afgekort: PP) wordt alleen nog verleend in geval van straffen tot maximaal één jaar gevangenisstraf;
  • PP kan maximaal 1/6e van de opgelegde straf duren (dus maximaal 2 maanden);
  • voor de verlening van PP wordt gekeken naar belangen van slachtoffers, alsmede naar de inspanningen van de veroordeelde tot terugbetaling van schade.

Overgangsrecht

Op het moment dat het wetsvoorstel definitief wordt aangenomen door de Eerste Kamer, en de wet ook daadwerkelijk in werking treedt, dan is er nog sprake van overgangsrecht.

  • Allen die onherroepelijk veroordeeld zijn vóór inwerkingtreding van de nieuwe wet, vallen gewoon in de oude VI-regeling en krijgen dus VI na twee derde van hun uitgezeten straf, het OM gaat dus nog niet over hun VI-verlening.
  • Aan diegenen die PP is toegekend door de directeur, of zelfs al PP heeft, maar op grond van de nieuwe regeling daar eigenlijk niet langer voor in aanmerking komen, die behouden toch hun PP en blijven vallen in de oude regeling.
  • Veroordeelden bij wie de gevangenisstraf al is aangevangen, en die bij inwerkingtreding van de nieuwe regeling nog een gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren hebben openstaan, kunnen toch nog met de huidige PP-regeling.

Zoals gezegd is dit nog een voorstel en heeft de Eerste Kamer op moment van schrijven zich nog niet definitief over het wetsvoorstel uitgelaten. De verwachting is dat het voorstel in huidige, of enigszins aangepast vorm, nog dit jaar definitief zal worden aangenomen. Op dat moment zal ook duidelijk zijn wanneer de nieuwe wettelijke regeling in werking zal treden.

In het geval u vragen heeft over de nieuwe regeling kunt u altijd contact met ons opnemen.