Burgemeester Willemijn van Hees mag een woning in Oudheusden voorlopig niet voor drie maanden op slot doen. De bestuursrechter in Den Bosch vindt dat de vondst van 378 gram wiet onvoldoende reden is om een gezin met twee kinderen van 7 en 10 jaar op straat te zetten.
Tijdens het kort geding in de Bossche rechtbank deed de moeder van het gezin twee weken geleden een emotionele oproep aan de rechter om een streep te zetten door de voorgenomen woningsluiting. Burgemeester Van Hees wilde de woning drie maanden op slot doen nadat de politie in november 2020 bij een doorzoeking een zak met 378 gram henneptoppen vond.
Geen drugsoverlast
De 37-jarige verdachte uit Oudheusden werd op 14 april door de rechtbank in Amsterdam op vrije voeten gesteld. Hij mag het proces in vrijheid afwachten, vooral omdat de inhoudelijke behandeling van de zaak nog geruime tijd op zich zal laten wachten. Burgemeester Van Hees liet bij haar besluit om de woning te sluiten het feit meewegen dat de Oudheusdenaar eerder met de politie in aanraking kwam voor drugsgerelateerde zaken. Een bedrijfspand en een garagebox, beiden op zijn naam, werden eerder tijdelijk gesloten na de vondst van een partij gedroogde hennep en spullen die gebruikt worden bij het kweken van wiet. Van enige drugsoverlast in of bij het huis in Oudheusden was geen sprake.
Volgens de echtgenote lag de gevonden zak wiet al jarenlang in de kelderkast en was de hennep ‘niet meer geschikt voor consumptie’. Voor het sluiten van de woning doet dat er niet toe, vindt de bestuursrechter. Maar omdat de burgemeester volgens de rechtbank onvoldoende duidelijk heeft gemaakt waarom het gezin uit huis zou moeten, gaat er voorlopig toch een streep door het besluit van Van Hees. De gemeente moet in elk geval de uitkomst van de bodemprocedure afwachten. Het bezwaar dat het Oudheusdensde gezin heeft ingesteld, heeft ‘een redelijke kans van slagen’, zo schrijft de Bossche bestuursrechter.
Bron: Brabants Dagblad